Massavorming

Sinds het uitbreken van het coronavirus ben ik -net als vele anderen- gefascineerd (en vaak ook gefrustreerd) door de rol die de beleidsmakers en de media spelen in deze crisis. De eerste paar maanden na de uitbraak kan ik de wijze waarop het virus wordt bestreden nog volgen, maar al snel daarna begrijp ik er niets meer van.

De over-focus op (projecties van) getallen en statistieken die steevast als feiten worden gepresenteerd en telkens niet blijken te kloppen, de uniforme en eenzijdige aanpak in nagenoeg alle landen in de wereld, de eenzijdige berichtgeving vanuit overheden en media, het weren van tegengeluid (o.a. in de wetenschap en op social mediaplatforms), het gemak waarmee grondrechten aan de kant worden gezet en groepen mensen worden buitengesloten en sinds de Russische inval in Oekraïne het verdwijnen van het virus in de media als sneeuw voor de zon, om een paar dingen te noemen.

Vervolgens verwonder ik me ook over hoe mijn omgeving (inclusief ikzelf) hierop reageert. De één vindt het volstrekt logisch, de ander vindt er niet zoveel van en weer een ander is net zo verbaasd als ik.

Afgelopen dagen heb ik -geïnspireerd door het boek “De psychologie van totalitarisme” van Prof. Mattias Desmet- me ingelezen in het onderwerp: “massavorming”. Dit onderwerp resoneert bij me doordat het raakvlakken heeft met mijn eigen onderzoek naar de vraag: hoe kom je als mens dichter bij je kern? Massavorming is namelijk een fenomeen wat je hiervan weerhoudt. Na het lezen van het boek heb ik voor het eerst het gevoel dat ik antwoorden krijg die plausibel zijn en kloppen bij het gedrag dat ik waarneem (bij mezelf en anderen). Wat mij betreft is dit boek dan ook een aanrader voor iedereen.

Voor wie geen tijd heeft / neemt om het boek te lezen, vat ik aan de hand van een Q&A kort samen wat massavorming inhoudt, hoe het ontstaat en welke desastreuze effecten het heeft op de mensheid. Uiteraard doet dit geen recht aan de nuance en diepgang die dit ingewikkelde en gevoelige onderwerp verdient, maar dient de Q&A vooral als inspiratie om het boek zelf te gaan lezen.

Q&A Massavorming

Wat is massavorming?

Een verschijnsel in de sociale psychologie dat beschrijft hoe in een groep personen (massa) een collectieve gedachte ontstaat die de individuele gedachte van de leden van de groep verdringt.

Massavorming is zo oud als de mensheid zelf en er bestaan veel verschillende vormen van. Het kan op grote schaal voorkomen (denk aan de extreme voorbeelden van het nazisme of het stalinisme), maar het kan ook op kleine schaal plaatsvinden zoals bij een jury in een rechtszaak.

Onder welke omstandigheden kan grootschalige massavorming plaatsvinden?

1. Er zijn zwakke sociale banden; mensen voelen zich sociaal geïsoleerd. Hierbij valt te denken aan de individualisering van de samenleving, het afnemen van verenigingsleven en het wegvallen van kerkelijke gemeenschappen / verbanden.

2. Mensen ervaren een gebrek aan zingeving. Dit komt bijvoorbeeld tot uiting in het verschijnsel van de “bullshit jobs”.

3. Mensen hebben een “vrij vlottende angst”, dat wil zeggen: een niet concrete angst. Het betekent dat men zich angstig voelt, maar er is geen “object” waarvoor men concreet bang is (anders dan bijvoorbeeld angst voor spinnen).

4. Mensen hebben vrij zwevende agressie of frustratie.

In het boek verdedigt Desmet op overtuigende wijze dat de hierboven genoemde omstandigheden aanwezig zijn in onze maatschappij in de aanloop naar het virus toe (dus in de periode vóór maart 2020).

Wat is de trigger voor het ontstaan van massavorming?

Een object van angst wordt aangewezen door de leider (dit kan ook de bureaucratische of technocratische leiding zijn) binnen een gemeenschap en een strategie wordt aangereikt hoe met dat object van angst wordt omgegaan. De vrij vlottende angst koppelt zich aan het object waardoor er een breed maatschappelijk draagvlak ontstaat om de strategie toe te passen om dat object van angst te controleren.

Dit proces levert een psychologische winst op. De onbestemde angst wordt gekoppeld aan een object en via de gemeenschappelijke strijd ontstaat er een gevoel van verbondenheid en zinverlening. Tot slot wordt de vrij zwevende agressie en frustratie gebotvierd op diegenen die niet meegaan in het massavormende verhaal wat een enorme ontlading met zich meebrengt.

Desmet merkt op dat een belangrijke functie van het systeem is om de angst te kanaliseren en daarom moet het ook steeds nieuwe objecten van angst hebben. In de coronacrisis is eerst het object van angst het virus en later allerlei mutaties op het virus (bijv. Delta en Omicron) en niet te vergeten de groep ongevaccineerden die als object van angst wordt aangewezen. Nu zwijgt de media over het virus, er is een andere object van angst voor in de plaats gekomen: een dreigende WWIII door de Russische inval in Oekraïne.

Welke psychologische effecten gaan gepaard met massavorming?

Naast bovengenoemde effecten bespreekt Desmet er meerdere, ik noem de belangrijkste:

1. Vernauwing van het aandachtsveld (ook wel tunnelvisie): de aandacht wordt op een heel beperkt aspect van de realiteit gericht. Dit heeft overeenkomsten met hypnose. Er was bijvoorbeeld heel veel aandacht voor de directe slachtoffers van het virus die dagelijks in statistieken worden bijgehouden en een gebrek aan aandacht voor de collataral damage (denk aan de slachtoffers door de uitgestelde zorg en de sociale, psychische, emotionele en financiële schade die de aanpak van de crisis heeft veroorzaakt). De vernauwing werkt net als een laser licht: waar het op schijnt is vol in het licht en alles er omheen blijft in het donker.

2. Tegengeluid: de massa is radicaal onverdraagzaam voor andere meningen. Dat andere geluid wordt ervaren als asociaal, onsolidair en ongegrond. Tijdens de corona crisis worden mensen met een ander geluid geweerd van social media platforms en zelfs gerenommeerde wetenschappers met een andere mening worden weggezet als onkundig en monddood gemaakt.

Wat is het gevaar van massavorming?

Allereerst is het goed om te beseffen dat de meeste mensen niet in de gaten hebben als massavorming zich aan het manifesteren is. Het is als vissen die zwemmen in water en niet weten dat zij in water zwemmen. Het je er niet van bewust zijn, kan dus gevaarlijk zijn want het maakt je er ontvankelijk voor.

Het grootste gevaar is dat het overschrijden van ‘normale’ ethische grenzen door de getotaliseerde massa normaal wordt gevonden, aangezien het wordt gerechtvaardigd door ‘objectieve’ data. En die grenzen worden telkens opgerekt net zolang totdat uiteindelijk de massa zichzelf vernietigt. Desmet legt haarfijn uit dat die ‘objectieve’ data schijn is en makkelijk manipuleerbaar is.

Door het inperken van grondrechten (zoals de vrijheid van meningsuiting en het zelfbeschikkingsrecht) en het uitsluiten van groepen mensen (het dieptepunt voor mij is kleine kinderen die zich moeten omkleden in de vrieskou na het zwemmen en onlangs de Russen die geweerd worden van deelname aan de Nijmeegse wandelvierdaagse) zien we dat ook tijdens het coronatijdperk de ‘normale’ ethische grenzen aan het opschuiven zijn.

Is massavorming het gevolg van een complot?

Het korte antwoord is: nee. Complot denken kan wel een reactie zijn op massavorming en kan zelf ook weer aanleiding zijn tot massavorming.

Desmet: “Wat stuurt is in de eerste plaats een ideologie – een manier van denken.” “Vanuit deze ideologie werden instituten gecreëerd die plannen maken omtrent hoe de toekomstige maatschappij er moet uitzien en hoe die ideale toekomstige maatschappij moet omgaan met crisissituaties.” “The Great Reset van Klaus Schwab is daar een voorbeeld van.” “De ultieme meester is de ideologie, niet de elite”.

Nog even voor de duidelijkheid: bij een ideologie past de werkelijkheid zich aan de theorie aan. Bij “zuivere” wetenschap, zoals die door fysici aan het begin van de vorige eeuw werd beoefend (denk aan Werner Heisenberger, Niels Bohr, Max Planck etc), is het precies andersom: de theorie past zich aan de werkelijkheid aan.

De heersende ideologie is dat men vanuit een mechanistisch en reductief materialistisch wereldbeeld een ideale mens (denk aan transhumanisme) en maatschappij wil voortbrengen. Of anders gezegd, het geloof dat het menselijke verstand het leidinggevende principe kan zijn in leven en maatschappij. Die maatschappij wordt idealiter geleid door experts-technocraten die op basis van cijfermatige informatie beslissingen nemen.

Wat kan je tegen massavorming doen?

Desmet onderscheidt drie groepen mensen. De eerste groep die is gegrepen door de massavorming en het verhaal ‘gelooft’ (gewoonlijk ongeveer 30%). Een tweede groep die er niet echt in gelooft, maar zich stilhoudt en meegaat met de massa of in ieder geval niet tegen de massa in gaat (tussen de 40-60%) en de derde groep die zich uitspreekt en handelt tegen het massavormende verhaal (variërend van 10-30%).

Het volgende kan je tegen massavorming doen en dit is dus vooral gericht aan de derde groep: je eigen waarheid (blijven) spreken en dat zo oprecht mogelijk doen, hoe moeilijk het ook is en hoeveel weerstand dat ook oplevert. Een ander woord hiervoor is parrhesia (zie: https://en.wikipedia.org/wiki/Parrhesia). Dit heeft een gunstig effect op de andere twee groepen.

Wanneer is er binnen een groep geen sprake van massavorming?

Desmet: “Dat is uiteindelijk het verschil tussen de solidariteit van de massa en liefdevolle verbondenheid: de eerste gaat altijd ten koste van een bepaalde groep, de tweede niet”.

 

Foto: Sierpinski driehoek (zie blz. 165 van het boek voor een uitleg)